Het schooljaar is verdeeld in vier perioden.
De leerlingen van leerjaar 1 t/m 4 en vwo 5 ontvangen twee keer per jaar een rapport. Dit rapport is een verslag, weergegeven in cijfers en waarderingen, van de prestaties van de leerling door het jaar heen. Alle behaalde cijfers en waarderingen blijven dus meetellen in het rapportcijfer. Het is daarom belangrijk voor de leerling om het hele jaar door goed te blijven presteren.
De docenten delen de leerlingen aan het begin van het schooljaar mee hoe de rapportcijfers voor hun vak precies tot stand komen en wat de weging is per onderdeel. Via Magister hebben ouder(s) en leerlingen altijd inzage in de weging en totstandkoming van rapportcijfers.
Op het eerste rapport halverwege het schooljaar komt het voortschrijdend gewogen gemiddelde te staan, afgerond op één decimaal.
Op het eindrapport, dat de basis vormt voor het bevorderingsbesluit, komt het voortschrijdend gewogen gemiddelde te staan, afgerond op een geheel getal. Bij de bepaling van dit gewogen gemiddelde wordt het verkregen getal naar beneden afgerond als het eerste getal achter de komma een 4 of lager is. Het getal wordt naar boven afgerond als het eerste getal achter de komma een 5 of hoger is. Bijvoorbeeld: 5,47 wordt afgerond naar 5.
De leerlingen van havo 5 en vwo 6 ontvangen tweemaal een cijferoverzicht met de tot dan toe behaalde resultaten. Zij krijgen dus geen rapport, maar een overzicht van behaalde cijfers in het examendossier.
Doubleren
Het uitgangspunt is dat een leerling niet tweemaal hetzelfde leerjaar doubleert, in dezelfde of in een andere afdeling. Het is niet toegestaan om een leerjaar te doubleren indien ook het voorafgaande leerjaar reeds is gedoubleerd.